En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden.
Openbaring 16:20
— Openbaring 16:17-21
Met de zevende plaag wordt het oordeel dat over de aarde gaat aan het eind van de tijd definitief. In Openbaring vind je veel symboliek, onder andere in de getallen. Het getal zeven is het getal van de volheid. Zo merk je dat bijvoorbeeld in de groet aan het begin van Openbaring, die vaak in de zondagse dienst klinkt, waar dan van de Heilige Geest gezegd wordt: ‘en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn’: de zeven geesten duidt op de volheid van Gods Geest, namelijk de Heilige Geest. Ook merk je het in het feit dat Jezus brieven schrijft aan ‘de zeven gemeenten’. Daarmee is uiteindelijk heel Gods kerk bedoelt. Zo zijn alle plagen van God met de zevende plaag vol geworden. Dat is het definitieve einde. God daalt in al Zijn verwoestende en angstaanjagende majesteit neer op aarde. Alles siddert en beeft. Babel, de stad van de mens, van de hoogmoed, van de onderdrukking van Gods volk (de eerste christenen moeten hierbij gedacht hebben aan Rome), wordt verwoest. Niets op aarde blijft meer op z’n plaats. Alles vergaat. Er vallen hagelstenen van 40 kilo op de mensen neer. Het is waar: vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God. Want aan dat oordeel is geen ontkomen meer. Je zou wensen dat je nog tot de bergen en de heuvels kon roepen om je te bedekken. Maar zelfs dat kan niet meer. En dat betekent dat dus onder de blote hemel oog in oog met de rechtvaardige God staat. En dan spreekt Hij recht… Wie zou niet beven! Maar vandaag biedt God ons nog Zijn vriendschap aan door het Woord Zijner genade. Hij zegt het in Jesaja 55: ‘Neigt uw oor, en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven’.
Door Ds. P.W.J. van der Toorn