“En de vrouw zag dat die boom goed was tot spijze, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at.”
— Genesis 3:6
De vorige overdenkingen die ik schreef voor de Kompas-App gingen over Gods goede schepping. Deze week hopen we met elkaar na te denken over de (gevolgen van de) zondeval. De schepping is namelijk niet goed gebleven, maar de vloek ten gevolge van de zondeval heeft deze schepping verwoest. De Heere had de mensheid daar al in Genesis 2:17 voor gewaarschuwd: “Ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven”. De mens is niet staande gebleven, maar is van de ‘top van eer, in eeuwige verwoesting’ neergestort. Eva liep door de hof en zag een sprekende slang. Ze wist mogelijk niet dat deze slang een instrument van de duivel was. De duivel bracht met listige bewoordingen Eva in beroering. De hangende vruchten van de verboden boom wekte in haar een begeerte op. Naast die begeerte blies de satan zaadjes van twijfel aan Gods gebod in het hart. Ze nam een vrucht en at. Ze gaf ook haar man en hij at. Op sommige schilderijen zie je dat de vrucht een appel is, maar dat weten we niet. Sommigen vragen zich af of het eten van een vrucht nu zó erg is. De hoofdzonde lag niet in het eten van de vrucht, maar in het ongehoorzaam zijn aan Gods gebod en het net als God willen zijn. Het missen van het doel, waartoe zij geschapen waren, namelijk het zoeken van Gods eer! Is het de schuld van Adam en Eva dat deze vloek over ons gekomen is? Ach, als je ziet op het huidige hoogmoedige bestaan van de mens, dan zouden wij zelfs geen slang nodig gehad hebben om in deze zonde te vallen.
Door Jan van Meerten