5 Toen zond de koning David heen, en hij nam hem uit het huis van Machir, den zoon van Ammiël, van Lodebar.
6 Als nu Mefiboseth, de zoon van Jonathan, den zoon van Saul, tot David inkwam, zo viel hij op zijn aangezicht, en boog zich neder. En David zeide: Mefiboseth! En hij zeide: Zie, hier is uw knecht.
7 En David zeide tot hem: Vrees niet, want ik zal zekerlijk weldadigheid bij u doen, om uws vaders Jonathans wil; en ik zal u alle akkers van uw vader Saul wedergeven; en gij zult geduriglijk brood eten aan mijn tafel.
— 2 Samuel 9
Mefiboseth gaat niet naar David toe… Daar is hij te bang voor. Hij denkt ook niet best over David. Maar ja… wat heb je te verwachten?
David gaat op zoek naar Mefiboseth. Zijn knechten vinden hem.
Mefiboseth is heftig geschrokken, denk je niet? Al jaren zit hij ergens in één of ander gehucht in Israël verstopt, ondergedoken…. En dan op een dag… knechten van de koning… een bons op de deur… een soldatenstem… woont Mefiboseth hier? Zijn veilige wereldje stort in elkaar… dit is het einde….
Aangrijpend beeld. Zondaren, verstopt voor God, ondergedoken, levend als mollen onder de radar… ze worden gevonden. God stuurt knechten… Zijn Woord gaat uit… en jij… bangerik die je bent… je hebt heel wat te verbergen… Je zonden. Je schuld. Je ziet er niet uit. Kreupel. Naakt. Schuldig..... En je verstopt je. Maar God zoekt je… Hij weet je te vinden….
En dan…?
Meekomen! Dwing ze om in te komen, zegt de koning (Lukas 14: 21).
Naar de koning in Jeruzalem… Hij valt op zijn aangezicht voor de koning neer. Wat heeft hij te verwachten? De dood..? Verkeerde familie… helaas… einde Mefiboseth…. Jij, uit Adam… zondaar…. Verkeerde familie…. Helaas…
Maar nee…!
Mefiboseth! Voor het eerst valt zijn naam in dit hoofdstuk. Uit de mond van de koning. De koning kent hem… Wonderlijk en tegelijk: gevaarlijk. De koning weet wie hij is…. Zie hier ben ik.
Weet je, jonge vriend en vriendin…
Dit is nu zalig worden…. God roept je… bij je naam… in de Doop… Heel persoonlijk. Hij kent je. Hij weet je afkomst, je zonden, je leven… Hij roept je tevoorschijn.
Zeg vandaag: Hier ben ik. Buig je neer voor God. Hoor wat Hij zegt: Vrees niet, want ik zal zekerlijk weldadigheid bij u doen, om uws vaders Jonathans wil. Om Jezus wil.
Door Ds. J.R. van Vugt