9 Toen riep de koning Ziba, Sauls jongen, en zeide tot hem: Al wat Saul gehad heeft, en zijn ganse huis, heb ik den zoon uws heren gegeven.
10 Daarom zult gij voor hem het land bearbeiden, gij, en uw zonen, en uw knechten, en zult de vruchten inbrengen, opdat de zoon uws heren brood hebbe, dat hij ete; en Mefiboseth, de zoon uws heren, zal geduriglijk brood eten aan mijn tafel. Ziba nu had vijftien zonen en twintig knechten.
11 En Ziba zeide tot den koning: Naar alles, wat mijn heer de koning zijn knecht gebiedt, alzo zal uw knecht doen. Ook zou Mefiboseth, etende aan mijn tafel, als een van des konings zonen zijn.
12 Mefiboseth nu had een kleinen zoon, wiens naam was Micha; en allen, die in het huis van Ziba woonden, waren knechten van Mefiboseth.
13 Alzo woonde Mefiboseth te Jeruzalem, omdat hij geduriglijk at aan des konings tafel; en hij was kreupel aan beide zijn voeten.
— 1 Samuel 9
Vandaag de laatste overdenking van deze week. Wat een heerlijk Evangelie voor kreupele zondaren. Ze komen aan de tafel van de koning. Het is bij het avondmaal niet anders. En in het Koninkrijk van God ook niet. Lees en herlees nog eens de gelijkenis van Jezus in Lukas 14.
Let er op wat de koning hier doet. In vers 11 zegt hij dat Mefiboseth als een van de zonen van de koning zal zijn. Mefiboseth wordt hier dus hersteld in zijn zoonschap. Hij was de zoon van de kroonprins en wordt nu de zoon van de koning. In die zin gaat hij erop vooruit. En, dat is nog steeds zo. Jij bent als gedoopte jongere een kind in Gods Verbond. Wedergeboorte en bekering zijn je beloofd en zijn absoluut noodzakelijk. En, wanneer God met Zijn Geest in jouw hart woont, weet je dat je een kind van God bent in de diepste zin van het woord. Aangenomen zonen en dochters. In Jezus Christus is God jouw hemelse Vader. En mag je eten aan Zijn tafel. Het avondmaal is dan een voorproefje van de eeuwige bruiloft van het Lam.
Je blijft een kreupele in het Koninkrijk. Je struikelt zomaar. Je valt in de zonde. Maar het doopformulier zegt: Blijf niet liggen! Je mag altijd aan de tafel van de koning zitten, wonen in Jeruzalem en je wordt gedragen. Straks is het voorbij. Dan gaan kreupelen huppelen van zielevreugd, omdat zij eeuwig hun wens hebben verkregen.
Jonge vriend / vriendin…
Waar zit je? Aan de tafel van de Koning? Kreupel, maar gedragen. Zondig, maar kind van de Koning? Gezegend ben je.
Zit je nog in Lodebar….? De koning zoekt en stuurt Zijn knechten. Vrees niet. De HEERE gedenkt Zijn Verbond. Dwing ze om in te komen. Mijn huis moet vol worden.
Door Ds. J.R. van Vugt