“Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil die het der ijdelheid onderworpen heeft; (…) Want wij weten dat het ganse schepsel tezamen zucht en tezamen als in barensnood is tot nu toe”
— Romeinen 8:20 en 22
Gisteren hebben we gezien dat de gevolgen van de zondeval bitter zijn. Dit geldt voor de gehele schepping. Sommige christenen die de evolutietheorie, met Universele Gemeenschappelijke Afstamming, willen verenigen met het christelijk geloof ontkennen dat dieren lijden omwille van de zonde van de mens. Als de Heere dat wel zo doen, dan zou dat volgens deze geleerden oneerlijk (of: onrechtvaardig) zijn. We hebben gisteren gezien dat de zonde verwoestende gevolgen heeft en dat God niet anders kan dan toornen tegen de zonde. De gevolgen van de zonde zijn zelfs zó groot dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon moest zenden naar deze aarde. Elk dier dat wij zien lijden zou ons tot verootmoediging en inkeer moeten brengen. De mensheid heeft, met zijn zondeval, Zijn schepping totaal kapot gemaakt, zó dat de gehele schepping zucht als in barensnood. De schepping snakt naar de komende verlossing. Heeft het schepsel zelf voor dat verderf gekozen? Paulus is in de Romeinenbrief daar duidelijk over. Hij schrijft in het twintigste vers van hoofdstuk acht: “Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil die het der ijdelheid onderworpen heeft”. De meesten getrouwe Bijbelverklaarders zijn het er wel over eens dat ‘om diens wil’ wijst naar Adam, en in hem de gehele mensheid. Wie niet kan leven met dierlijk lijden als gevolg van de zondeval, omdat het onrechtvaardig zou zijn of anderszins, onderwerpt zich niet aan Gods Vrijmacht (soevereiniteit) en, erger nog, onderschat de ernst en impact (de gevolgen) van de zonde. Daniël bad: “Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandeld, en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden, en van Uw rechten” (Daniël 9:5).
Door Jan van Meerten