“En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw en van dien boom gegeten, waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten, zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt, en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens”
— Genesis 3:17
Sommige christenen willen de evolutietheorie (met Universele Gemeenschappelijke Afstamming) en het christelijk geloof met elkaar te verzoenen. Velen doen dat door de ‘Staat der Rechtheid’ te ontkennen. De zondeval zou slechts impact hebben gehad in het menselijke leven. De dood, de Koning der Verschrikking, in het algemeen zou een onvermijdelijk scheppingsproces zijn van God. Dit is in strijd met wat wij lezen in onze dagtekst. Veel theïstische evolutionisten (zo noem je deze christenen) erkennen dat nog wel, maar menen dat deze tekst symbolisch opgevat moet worden en dat het niet zó erg gesteld is. Dit is echter een onderschatten van de allesverwoestende impact van de zonde en een onderschatten van Gods heiligheid. Het klassieke Avondmaalsformulier zegt: “Aangezien de toorn Gods tegen de zonde zo groot is, dat Hij die (eer dat Hij die ongestraft liet blijven) aan Zijn lieven Zoon Jezus Christus, met den bitteren en smadelijken dood des kruises gestraft heeft.” De Heere kon niet anders dan de zonde straffen. De gevolgen van de zondeval zijn bitter en worden dagelijks zichtbaar. De vrouw zal voortaan ‘met smart (…) kinderen baren’ en omwille van de man is het ‘aardrijk (…) vervloekt’. Voortaan zullen er doornen en distelen zijn en er moet hard gewerkt worden. Het fossielenarchief met doornen en distelen moet daarom van ná de zondeval zijn. Naast theologische en geestelijke bezwaren, zijn er dus ook natuurwetenschappelijke bezwaren te noemen tegen dit theïstische evolutionisme. Het meest bitter is dat de mensen zullen sterven en tot ‘de aarde wederkeren’, want ‘stof gij zijt stof en gij zult tot stof wederkeren’. Zijn de gevolgen van de zondeval jou ook al pijnlijk duidelijk geworden?
Door Jan van Meerten