Als Herodes zag dat hij van de wijzen bedrogen was, toen werd hij zeer toornig, en enigen afgezonden hebbende, heeft omgebracht al de kinderen die binnen Bethlehem en in al deszelfs landpalen waren, van twee jaren oud en daaronder, naar den tijd dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht had.
— Mattheüs 2:16
Ieder jaar rond Kerst wordt deze geschiedenis van de ‘Wijzen uit het Oosten’ voorgelezen en bepreekt. Een verdrietige geschiedenis van een koning die strijdt voor eigen eer en bang is om van de troon gestoten te worden. De kanttekeningen verwijzen naar het werk van Macrobius, een heidense schrijver die leefde in de vierde eeuw na Christus. Macrobius schrijft heel kort over deze geschiedenis van de kindermoord. Hij schrijft dat keizer Augustus hoorde van de moord op jongens beneden de twee jaar oud én dat Herodes ook zijn eigen zoon had laten doden. Augustus schijnt na het horen van dit bericht gezegd te hebben dat het beter is om een varken van Herodes te zijn dan een zoon.
Toch was Herodes niet alleen een paranoïde en wrede koning. Buiten de Bijbel staat hij bekend om zijn enorme en indrukwekkende bouwwerken. Zo bouwde hij de haven van Caesarea Maritima met ruimte voor driehonderd schepen, versterkte hij belangrijke burchten zoals Masada, breidde hij de tempel in Jeruzalem flink uit, verfraaide en renoveerde deze, en liet naast de tempel de burcht Antonia bouwen.
Toch was Herodes onder de Joden niet geliefd. Hij werd uiteindelijk zó gehaat dat hij zich nergens meer veilig voelde. De schrik sloeg hem om het hart toen hij hoorde dat in Bethlehem mogelijk een koning (de Koning der Koningen) was geboren. Het opgroeien van deze Koning moest voorkomen worden.
Door Jan van Meerten