31 Mei 2023
Koning Arétas, de vriend van zijn volk
Koning Arétas, de vriend van zijn volk

De stadhouder van den koning Arétas in Damascus bezette de stad der Damascenen, willende mij vangen; En ik werd door een venster in een mand over den muur nedergelaten, en ontvlood zijn handen.

— 2 Korinthe 11:32-33

Gisteren en eergisteren hebben we gelet op archeologische aanwijzingen bij twee namen uit de tijd van de Heere Jezus. Er zijn nog veel meer opgravingen gedaan in de Levant (Israël en omstreken) uit deze belangrijke periode. Deze opgravingen geven een goed beeld van deze tijd. Wil je daarover meer lezen? Dan verwijs ik je graag naar een boek van archeoloog dr. Titus Kennedy: Excavating the Evidence for Jesus.



Paulus geeft hierboven aan dat hij niet liegt en verwijst naar de geschiedenis van Handelingen 9:24 waar te lezen is dat Saulus ná zijn bekering in Damascus preekt. De Joden zochten Saulus te doden en bewaakten de poorten van Damascus, kennelijk met toestemming van de stadhouder van de koning Arétas. Maar gelukkig konden volgelingen van dé weg Saulus redden door hem ’s nachts in een mand over de muur neer te laten.



Wie was koning Arétas? Van hem is in buiten-Bijbelse bronnen veel bekend! Het gaat om de koning Aretas IV Philopatris, de koning van de Nabateeërs. Hij regeerde van 9 voor Christus tot en met 40 na Christus. Zijn dochter was getrouwd met Herodes Antipas. Van deze koning zijn munten gevonden met daarop ‘Aretas Koning van Nabatea… jaar…’. In het boek Joodse Oudheden geeft Flavius Josephus aan dat hij eerst Aeneas heette en dat hij Aretas als troonnaam nam. Van hem is ook een inscriptie gevonden met daarop: ‘Aretas, koning van de Nabateeërs, vriend van zijn volk’. Onder zijn regering kende het Nabatese koninkrijk zijn hoogtepunt. Zijn stadhouder sloot de stad echter hermetisch af zodat Paulus moest vluchten via een mand over de muur: een dieptepunt.

Jan van Meerten

Door Jan van Meerten

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl