En rust een weinig.
— Markus 6:31b
Als je jong en gezond bent, kun je voor je gevoel alles aan. Je werkt van de vroege morgen tot de late avond. En het is goed om te werken. Het is een Bijbelse opdracht om de aarde te bebouwen en te bewaren. We worden in de Schrift daartoe aangespoord. Luiheid wordt afgewezen. Salomo zegt: ‘Ga tot de mier, gij luiaard.’
De discipelen zijn ook druk geweest. Ze komen bij de Heere Jezus om Hem te vertellen wat ze allemaal gedaan en geleerd hebben. Hierna nodigt Hij hen met enige aandrang uit om met Hem mee te gaan naar een eenzame plaats om even rust te nemen en te eten. Daarna zouden ze weer kunnen aanpakken.
Naast het belang van werken wijst de Bijbel dus ook op het belang van rusten. Alles heeft zijn tijd! God rustte van Zijn werk op de zevende dag. Hij gunt ook mensen hun rust. We mogen geen slaven van ons werk worden. We moeten na onze dagelijkse arbeid ons lichaam rust geven. De boog kan niet altijd gespannen staan. Je bent geen machine en kan best gemist worden. Bij een Bijbels leefpatroon hoort ook rust.
In Zijn wijsheid heeft de Heere ons een rustdag geschonken in het vierde gebod. Gebruik die dag naast de andere rustmomenten in de week om de Heere te zoeken, door Zijn Woord te lezen en getrouw in Zijn huis te komen. Neem rust en heb geen rust eer je de ware rust gevonden hebt in die grote Rustaanbrenger, de Heere Jezus Christus.
Lezen: Markus 6:30-44
Door Ds. J. Joppe