…om bij U te wonen, o HEERE God!
— Psalm 68:19f
We hebben de afgelopen dagen het grootste gedeelte van Psalm 68:19 overdacht. Het laatste gedeelte voert ons naar nog grotere hoogte. De Heere Jezus deelt niet alleen gaven uit vanuit de hemel. Hij bereidt ook plaats in de hemel. Voordat Hij ging sterven aan het kruis, heeft Hij het al gezegd: ‘En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben’ (Johannes 14:3). Hij deelt Zijn gaven uit onder tegenstribbelende vijanden om hen op aarde gewillig te maken en uiteindelijk bij Hem te laten wonen. Dat is Zijn wil.
Hij wil niet dat één mens buiten Zijn koninkrijk blijft. Wonen bij de Heere God betekent alle zonde, strijd en opstand van de oude mens te boven zijn. Wonen bij de Heere God betekent nooit meer te kunnen zondigen en daarom nooit meer te hoeven zondigen; nooit meer die goede God in Christus verdriet kunnen doen met de aanklevende zonde en gebreken. Zie jij uit naar die dag? Verlang je er daarom naar om bij de Heere Jezus te komen?
Als een mens naar zichzelf kijkt is het onmogelijk dat dit ooit waarheid wordt. Hemelvaart leert echter dat we niet op onszelf moeten zien, maar naar de hemel moeten kijken. Daar zit Christus met eer en heerlijkheid gekroond; daar zit Hij om uit te delen; daar wil Hij al de Zijnen brengen. Wie zijn de Zijnen? Degenen die in het lichaam van de zonde geen thuis meer hebben; degenen die daarom hun handen vol zonden en gebreken vouwen om van Hem te ontvangen en zo meer en meer naar Hem te verlangen. Is dat jouw leven? Is Hij jouw Thuis? Die heimwee hebben komen thuis door Hem.
Door Ds. M.W. Muilwijk