Gij zijt opgevaren in de hoogte ...
— Psalm 68:19a
Deze week, waarin Hemelvaartsdag valt, staan we stil bij één vers uit Psalm 68: ‘Gij zijt opgevaren in de hoogte; Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd; Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen om bij U te wonen, o Heere God!’ Psalm 68 is door David gemaakt. Hij heeft dat gedaan toen hij de ark van de verzoening terug bracht naar het heiligdom in Jeruzalem. Het heiligdom was toen nog een eenvoudige tent.
David zingt in Psalm 68 van de overwinningen die God heeft behaald. Door deze overwinningen heeft Hij Zijn volk Israël verlost. Zo kwam er rust in het land. In de strijd werd de ark van de verzoening meegenomen. Hiermee beleed men dat God meetrok in de strijd en voor hen streed. Na de overwinning werd de ark dan weer teruggebracht of eigenlijk omhoog gebracht de berg op naar het heiligdom. Daarom zegt de tekst: …in de hoogte.
Ten diepste is dit een profetie van de hemelvaart van de Heere Jezus Christus. Hij is mens geworden en heeft op aarde de strijd gestreden. Hij heeft verzoening voor de zonden gedaan en Hij is in de strijd als Overwinnaar naar voren gekomen: want Hij heeft de dood overwonnen. Veertig dagen na Zijn opstanding gaat Hij als Overwinnaar naar de hemel. Voor het oog van Zijn discipelen raken Zijn voeten los van de aarde. Uiteindelijk komt een wolk tussen Hem en de discipelen en onttrekt de Heere Jezus aan het menselijk oog. Zo is Hij opgevaren naar de hemel en heeft daarmee Zijn totale overwinning bezegeld. Door het geloof zien we dat Hij de verzoening en overwinning in de hemel brengt.
Door Ds. M.W. Muilwijk