Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, tenzij dat iemand wederomgeboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien.
— Johannes 3:3
Wedergeboorte en geloof horen bij elkaar. Johannes schrijft in 1 Johannes 5:1: Wie gelooft dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren. Nicodemus begreep helemaal niets van die nieuwe geboorte. Hij dacht letterlijk. Maar Jezus bedoelde iets anders. En dat gaat Hij Nicodemus uitleggen in vers 14 aan de hand van de geschiedenis van de verhoogde slang uit Numeri 21. Het volk was weer opstandig. De Israëlieten loochenden Gods trouwe zorg. Bovendien walgden zij van het manna. Dan straft de Heere met vurige slangen. Die slangen leefden in dat gebied, maar nog nooit had het volk er last van gehad. Nu wel. Nu werden zij er door gebeten. In korte tijd kregen zij een vurige koorts en stierven. Mozes moet dan een slang van koper maken. Geen echte slang dus, maar die er wel op leek. Christus kwam in de gelijkheid van het zondige vlees (Rom. 8:3). Hij was zonder zonde, maar werd wel tot zonde gemaakt. Zoals de slang verhoogd is aan een staak, zal Christus verhoogd worden aan het kruis! Zijn kruis maakt ons onze zonden indachtig. Mozes moest de slang verhogen. Zodat doodzieke mensen erop konden zien én genezen worden. Wie zal leven? Die gebeten was en zag. Alleen een blik op Jezus vanuit de nood van onze ziel, doet ons leven. Dat zien is niets anders dan geloven. Door het geloof kijken wij weg bij de wereld en bij onze schuld. Wie gebeten was, verzwakte snel. Door het slangengif zakte het hoofd op de borst. Dan zie je niets dan dood en verderf. Daarom zegt Johannes: Zie het Lam van God! Zie op Hem en je zult leven.
Door Ds. J. Lohuis