Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de HEERE aan Abram en zei tegen hem: “Ik ben God, de Almachtige.”
Genesis 17:1a
— Genesis 17:1-7
God maakt Zich aan ons bekend. Bij Abram, die nog geen Bijbel had, gebeurde dat zo nu en dan op een heel bijzondere manier. Bij ons, die wél een Bijbel hebben, maakt God Zich door dat Boek bekend.
Wie is God? Wat denk jij over Hem? Weet jij welke eigenschappen God heeft? Hij vertelt hier aan Abram (en ook aan jou door dit Bijbelgedeelte) dat Hij almachtig is. Wanneer God je vertelt Wie Hij is, nodigt dit jou uit om Hem te aanbidden – hier in Zijn grote kracht. Denk na over de kracht die nodig was om de aardbol te maken, enz. Dan krijg je diep respect = eerbied voor de macht van God, voor de machtige God.
Wanneer God je vertelt Wie Hij is, nodigt dit jou uit om je vertrouwen op Hem te stellen. Geloof je dat Hij machtig genoeg is om jou te redden van het verderf? Dat Hij machtig genoeg is om al jouw zonden weg te nemen? En om van jou een totaal nieuw mens te maken met nieuw inzicht, een nieuwe wil en een nieuw verlangen? Dat Hij machtig is om jou diep-gelukkig (zalig) te maken?
Als je dit niet zoals Abram uit Zijn mond zou horen, of in de Bijbel zou lezen, dan zou je je geen raad weten, want jij bent in ieder geval niet in staat om jezelf te redden van het verderf, ook niet om je vele vuile zonden weg te nemen of jezelf Goddelijk gelukkig te maken.
Daarom: aanbid deze almachtige God en vertrouw je helemaal aan Hem toe; ook vandaag.
Door Ds. W. Pieters