Want Hij zeide: zij zijn immers Mijn volk, kinderen, die niet liegen zullen? Alzo is Hij hun geworden tot een Heiland.
— Jesaja 63:8
De Heere zal Zijn volk verlossen. En Hij zal Zijn volk wreken.
In Jesaja 63 verbindt Gods Heilige Geest de eerste komst van Christus in onaanzienlijkheid en verachting, en Zijn wederkomst, met majesteit en in gericht, met elkaar.
Hij heeft de pers alleen getreden. Om Gods kinderen, met het storten van Zijn bloed, en Zijn lijden en sterven, te wassen van al hun zonden en ongerechtigheden. En voor hen, met Zijn opstanding uit de doden, de volledige overwinning over alle helse machten van zonde en dood te behalen.
Maar Hij heeft deze pers ook alleen getreden om al Zijn wederpartijders, en allen die Hem tegenstaan, en die Zijn volk zoeken te verdrukken, te vertreden in Zijn toorn; op de dag van Zijn wederkomst in het gericht.
Bij Zijn overwinning, over alle helse machten van zonde en dood, heeft Hij de satan de kop vermorzeld. Zoals wij dat al hebben kunnen lezen in de zogenaamde moederbelofte van Genesis 3:15.
Deze dag van wraak was in Zijn hart, toen het jaar van Zijn verlosten was gekomen. En deze dag van wraak zal ook in Zijn hart zijn, bij Zijn wederkomst, tot gericht en oordeel, op de wolken van de hemel.
Want dat zal de dag van Zijn oordeel en Zijn wraak zijn. Op alle menselijke en demonische machten van het kwaad. Voor alles wat deze machten Gods volk, Gods Kerk en Gods kinderen hebben aangedaan.
Hij, de Heere Jezus Christus, spreekt in gerechtigheid.
Dat volk zal altijd van Hem getuigen. En niet over Hem, en Zijn voor dit volk volbrachte heilswerk, kunnen liegen. En alzo is Hij hen geworden tot een Heiland.
Door Kand. W.H. Hoorn