17 April 2023
Hopen op Gods Woord
Hopen op Gods Woord

Gedenk het woord, tot Uw knecht gesproken, waarop Gij mij hebt doen hopen.

— Psalm 119:49

We gaan deze week ons wat verdiepen in een stukje van de langste Psalm. In bijna alle 176 verzen van Psalm 119 gaat het over Gods Wet. Ook andere woorden gebruikt de dichter, zoals als titel boven dit stukje staat: Gods Woord. Wanneer wij het woord ‘wet’ lezen in verband met God en Zijn dienst, denken we onwillekeurig aan de Tien Geboden. Dat is niet onterecht, maar ook niet helemaal goed. Want het woord ‘wet’ betekent in de Bijbel niet alleen de Tien Geboden, of de wetten voor het maatschappelijke leven van de Israëlieten, maar ook de offerdienst. En dat laatste kun je wel ‘wet’ noemen (ceremoniële wet), maar je kunt het met evenveel recht ook ‘evangelie’ noemen, omdat in de offerwet het zaligmakende werk van Christus wordt afgebeeld.



Verder gebruikt de Bijbel – en in het bijzonder wel het Psalmboek – het woord ‘wet’ in de betekenis (die er eigenlijk achter steekt in het Hebreeuws): aanwijzing, wegwijzer. Je kunt de wet vergelijken met een ANWB-bord, waarop wordt aangewezen welke kant je op moet om in (bijvoorbeeld) Elspeet te komen. Zo wijst God ons de juiste weg. Het is de weg van geloofsvertrouwen en geloofsgehoorzaamheid.



In Psalm 119 lezen we niet alleen heel wat over Gods Woord, maar ook over het hópen op Gods Woord.



Bij het woord ‘hopen’ moet je denken aan ‘verwachting koesteren’. Wij gebruiken de woorden ‘hopen’ en ‘verwachten’ in verschillende betekenis, maar in de Bijbel gaat het over precies hetzelfde.



Als je op Gods Woord hoopt, dan verwacht je iets van dat Woord. Of beter gezegd: dan verwacht je iets van de Spreker van dat Woord, de God van het Woord.

Ds. W. Pieters

Door Ds. W. Pieters

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl