Gedenk het woord, tot Uw knecht gesproken, waarop Gij mij hebt doen hopen.
— Psalm 119:49
Niet alleen als het over je zonde en over de verzoening van je zonde gaat, zijn er heel wat woorden door God gesproken, waarop Hij je hoop geeft. Ook alle andere terreinen van het leven horen hierbij. Ik denk aan een woord dat God heel persoonlijk tegen Jozua zei (Jozua 1 vers 5): ‘Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn; Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.’ Natuurlijk zijn de beloften in de Bijbel niet bedoeld om gemakkelijk, oppervlakkig, lichtvoetig en luchthartig ‘eventjes’ ‘in je zak te steken’ en te zeggen: ‘’t Komt goed…’ Nee, het is belangrijk dat je op de juiste manier met Gods beloften leert omgaan. Niet zoals ik net verwoordde, maar ook niet precies het tegenovergestelde: ze laten liggen.
Kijk nu eens naar die belofte aan Jozua. Die heeft de Heere niet aan jou gericht, wel? En wat de Heere tegen die ene man zei, kun je niet zomaar van toepassing achten op jezelf. En toch… Wat doet Paulus in Hebreeën 13? Hij bemoedigt zijn lezers met een verwijzing naar deze belofte en schrijft (vers 5): ‘Wees vergenoegd/tevreden met het tegenwoordige, want Hij heeft gezegd: “Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.”’ En hij voegt er in vers 6 bij: ‘Zodat wij vrijmoedig durven zeggen: “De Heere is mijn Helper en ik zal niet vrezen, wat een mens mij zal doen.’
Hoe moet je dus met een belofte aan Jozua of een ander in de Bijbel omgaan? De Spreker vertrouwen, dat Hij Dezelfde is als toen; en nog steeds allen nabij is die in geloofsvertrouwen en geloofsgehoorzaamheid Hem volgen. En weet je niet hoe je dat moet doen? Hij nodigt je: al wat jou ontbreekt, schenk ik als je het smeekt, mild en overvloedig.
Door Ds. W. Pieters