Gedenk het woord, tot Uw knecht gesproken, waarop Gij mij hebt doen hopen.
— Psalm 119:49
Nog steeds mijmeren we wat over Psalm 119 vers 49: ‘Gedenk het woord, tot Uw knecht gesproken, waarop Gij mij hebt doen hopen.’ Jezus sprak ook zulke woorden, waardoor je reden hebt om op Hem te hopen, je aan Hem toe te vertrouwen. Ik denk aan Mattheüs 11 vers 28, waar Jezus mensen uitnodigt die vermoeid en belast zijn. Hij roept hen op: ‘Kom, hierheen tot Mij’, en Hij belooft: ‘Ik zal u rust geven.’
Hoe vermoeid ben jij? Hoe zwaarbeladen ga jij door het leven? Drukken je zonden je? Kwelt het je weleens, wanneer je op bed ligt en niet slapen kunt, dat je God verdriet doet met je ongeloof en je ongehoorzaamheid en met je ongeïnteresseerdheid? Als je meer en meer gaat leren, dat er nergens in dit leven echte rust te vinden is, nergens echte en blijvende en diepe vrede te genieten is, dan krijg je er behoefte aan om van Jezus Christus te ontvangen, wat ook alleen Hij je geven kan: vrede met God, leven in toewijding aan Hem; om bij Hem op een levenslange leerschool te komen, waarin je onder andere deze les leert – ook levenslang: ‘Neem Mijn juk op je, en leer van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en je zult rust vinden voor je ziel.’ En Hij zegt erbij: ‘Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’
Zou jij mogen hopen op dit Woord van Hem, Die niet liegen kan? Zou jij Hem eraan mogen herinneren en zeggen: ‘O Heere Jezus, U hebt toch Zelf gezegd, dat U rust geeft, aan iedere zwaarbeladen zondaar, die tot U vlucht… O, leer mij tot U toevlucht nemen en geef mij Uw Goddelijke rust!’
Ja, dat mag jij.
Wanneer? Nu!
Door Ds. W. Pieters