Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld.
— Efeze 1:4a
Paulus begint zijn brief aan Efeze – na het opschrift en de groet – met een lofprijzing. Zegenen is hier: goed spreken over God, Hem loven. Hij looft God voor de zegeningen die in Christus aan de gemeente geschonken zijn. Dan wijst hij op de uitverkiezing. Hij begint met danken voor de uitverkiezing.
Wanneer wij aan de uitverkiezing denken of erover lezen dan komt over het algemeen niet direct de lofprijzing op in ons hart. Wat kunnen wij veel vragen hebben over de uitverkiezing, of die als een belemmering ervaren om de Heere te zoeken. Maar Paulus dankt God omdat de uitverkiezing de bron van alle zaligheid is.
Die zaligheid komt tot een zondaar door Christus, want Hij heeft ons uitverkoren ‘in Christus’. Wij moeten daarom ook niet beginnen met de vraag: ben ik uitverkoren? Met die vraag is Paulus ook niet begonnen toen hij aan de Efeziërs het evangelie verkondigde. Hij heeft verkondigd dat Jezus Christus de enige weg tot zaligheid is. Zo komt het evangelie ook tot ons. Wij worden geroepen om tot Christus te komen. Die roepstem van de Heere komt ook tot jou, opdat jij in Christus de zaligheid vindt.
Wie tot Christus komt en Hem door het geloof omhelst als zijn Zaligmaker, ziet in Christus zijn verkiezing. De Heilige Geest laat je de zegeningen zien in Christus, Die Hij verworven heeft voor verloren zondaren. Hij neemt je mee naar de bron van het heil: Gods eeuwige liefde in de Heere Jezus Christus. Christus is de spiegel van de uitverkiezing. Zo ontvang je de troost dat je Gods eigendom bent en blijft. Uitverkiezing is geen muur, maar en open poort. Wat een houvast! Zo komt Paulus tot de lofprijzing op Gods verkiezende genade.
Door Ds. H. Polinder