Maar God Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, ook toen wij dood waren door de misdaden heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden)
— Efeze 2:4-5
Maar God Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad, ook toen wij dood waren door de misdaden heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden) Efeze 2:4-5
Het woordje ‘maar’ in deze tekst geeft de grote tegenstelling aan. De Efeziërs waren geestelijk dood. In die dood waren ze actief in hun ongehoorzaamheid aan God. Paulus tekent hier het leven van ieder mens, ook van jou en mij. Wij waren van nature kinderen des toorns gelijk als de anderen. Ja, zo diep zijn wij allen gevallen door de zonde. Dat zou ook zo gebleven zijn als God Zelf niet had ingegrepen.
Maar God heeft ingegrepen. Hij heeft hen geestelijk levend gemaakt door Zijn Heilige Geest. Ze zijn levend gemaakt met Christus. De Heilige Geest maakte hen levend toen zij luisterden naar de prediking van het evangelie. Zij werden overtuigd van hun ellende buiten Christus en van het heil in Christus. Ze werden getrokken tot Christus. Dat is alleen te danken aan Gods barmhartigheid en liefde.
Er is geen aanknopingspunt in de mensen in Efeze. Hij komt van Zijn kant in Zijn soevereine genade. Hij maakt een dode zondaar levend. Dat doet Hij vandaag nog door Zijn Woord en Geest. Is Hij zo in jouw leven gekomen? Ken je ook dat ‘maar’ in je leven. Anders blijft het ook in ons leven precies zoals wij van nature zijn, want ook ons leven wordt getypeerd door de uitdrukking: dood door de misdaden. En als dat zo blijft, dan wacht de eeuwige dood. Maar hier is een God Die zulke zondaren levend maakt en aan Christus verbindt. Genade is er voor de grootste van de zondaren. Je hoeft zelf niets te hebben, want Hij maakt zelfs doden levend. Zo rijk is Gods genade.
Door Ds. H. Polinder