25 En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder en Zijner moeders zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.
26 Jezus nu, ziende Zijn moeder, en den discipel, dien Hij liefhad, daarbij staande, zeide tot Zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon.
27 Daarna zeide Hij tot den discipel: Zie, uw moeder. En van die ure aan nam haar de discipel in zijn huis.
— Johannes 19: 26 en 27
Het tweede kruiswoord van Jezus gaat opnieuw niet over Zichzelf. Jezus, hangend aan Zijn kruis, met gruwelijke pijnen, bespot en beschaamd, is niet met Zichzelf bezig. Hij ontfermt Zich, vanaf het kruis, over anderen. In dit geval Zijn moeder en discipel (Johannes).
“Vrouw”, zegt Jezus. Waarom zegt Hij niet ‘moeder’?
Hij zegt ‘vrouw’, omdat Hij afstand neemt van Zijn moeder. Hij zegt met zoveel woorden tegen Zijn moeder: “Moeder, Ik neem afstand van u en u moet afstand van Mij nemen. Ik ga doen, waarvoor Ik in de wereld gekomen ben. Ik ga lijden en sterven. Ik ga de wil van Mijn Vader doen. De band met Mijn Vader is zo belangrijk voor Mij, dat Ik ook de band met Mijn moeder moet loslaten. En die band met Mijn moeder wordt ook verbroken, omdat Ik zo ga sterven. En een Zoon Die sterft, ook voor Zijn moeder, moet wel goed zorgen voor Zijn moeder. Dat vraagt de Wet van God. En die Wet onderhoud Ik, ook nu in Mijn lijden en sterven”.
Jezus lijdt en sterft, voor Zijn Vader, moederziel alleen.
Jezus laat Zijn moeder niet los, maar zorgt voor haar. Opvallend: Hij kiest niet Zijn broers. Maria vertrouwt Hij niet toe aan Zijn broers, die ongelovig zijn. Zij geloven niet in Hem. Johannes gelooft wel in Hem. Johannes heeft Jezus lief. En Jezus heeft Johannes lief. En vanuit die liefde, biedt Jezus Zijn moeder aan om voor Zijn discipel te zorgen. En de discipel moet voor de moeder van Jezus zorgen.
“Zoon, zie uw moeder”. En direct volgt Johannes dit bevel van Jezus op. Ziedaar zijn liefde, geloof en gehoorzaamheid aan Zijn Meester.
Jezus vraagt jou om voor je ouders te zorgen, zoals Hij dat voor Zijn moeder en discipel deed.
Zorg ook voor elkaar in de christelijke gemeente!
Door Ds. J.R. van Vugt