13 Maart 2024
Ezra’s dankgebed
Ezra’s dankgebed

Geloofd zij de HEERE, de God onzer vaderen, Die alzulks in het hart des konings gegeven heeft, om te versieren het huis des HEEREN, dat te Jeruzalem is.
En heeft tot mij weldadigheid geneigd, voor het aangezicht des konings en zijner raadsheren, en aller geweldige vorsten des konings! Zo heb ik mij gesterkt, naar de hand des HEEREN, mijns Gods, over mij, en de hoofden uit Israël vergaderd, om met mij op te trekken.

— Ezra 7:27 en 28

Vandaag is het biddag. Bidden en danken horen bij elkaar. Daarvan staan verschillende voorbeelden in de Bijbel. Zoals deze: bidt zonder ophouden. Dankt God in alles (1 Thessalonicenzen 5:17 en 18). Zelfs als er voor je gevoel weinig te danken is en veel, heel veel meer te bidden, zijn er altijd wel kleine dingen waar je voor kunt danken, toch?

 

Ezra dankt de HEERE voor zijn koning. Want het is God Die Darius de gedachte in zijn hart geeft om opnieuw de Joden toestemming te geven om naar Jeruzalem terug te keren. Voor ons is dit gewoon geschiedenis. Maar vergeet niet dat Darius een heidense vorst was met veel macht. Zulke koningen hebben liever méér onderdanen, dan minder. En toch mogen ze gaan, vrijwillig (vers 13). Dat is Gods genade!

Het is ook Gods werk dat deze koning spreekt over de God van Israël, Wiens woning in Jeruzalem is (vers 15). Maak dat huis mooi, beveelt hij! En hij geeft de schatten erbij (vers 20-22).

 

Ezra heeft er moed door gekregen. Hij gelooft dat God met hem is op reis naar Jeruzalem. Misschien word jij juist moedeloos van alles wat er in de Tweede en Eerste Kamer gebeurt. Vergeet vandaag niet te bidden voor de regering, de Kamerleden, de koning. Op het gebed kan en wil de HEERE grote wonderen doen!

Ada Schouten-Verrips

Door Ada Schouten-Verrips

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl