15 Maart 2024
Schuldbelijdenis
Schuldbelijdenis

En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had; en ik boog mij op mijn knieën, en breidde mijn handen uit tot den HEERE, mijn God;
En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.

— Ezra 9:5 en 6

Een huwelijk tussen een echte christen en een ongelovige, is dat naar Gods wet? Nogal wat mensen zeggen in zo’n geval: wie weet kan de christen de ongelovige man of vrouw wel tot Jezus brengen…

Ja, dat gebeurt weleens. Maar wij moeten niet uitgaan van iets wat misschien kan gebeuren, maar van wat God vraagt.

 

Ezra is diep verdrietig. De teruggekeerden uit Babel hebben hun zonen en dochters laten trouwen met heidense jongens en meisjes (vers 2a). De leidinggevenden – wij zouden zeggen: onze regering – zijn hen hierin voorgegaan (vers 2b). Ze doen iets wat de HEERE streng verboden heeft (zie Jozua 23:12 en 13). Het volk van Israël moet afgezonderd leven. God heeft met hen Zijn verbond gesloten. Uit hen zal de Zaligmaker geboren worden.

 

Ezra scheurt zijn kleren, hij is als het ware in rouw. En hij buigt zijn knieën voor God. Zegt hij nu: o HEERE, die Israëlieten doen zulke verschrikkelijke dingen en zij… Zo denken wij vaak, toch? De ander is de schuldige. Die moet gestraft worden. Maar nee, Ezra bidt in de wij-vorm. ‘Onze ongerechtigheden… onze schuld…’

Heb je zó weleens naar Nederland gekeken? Een land waarin grote zonden goedgepraat worden. Ons land… onze zonden… Ja sterker nog: míjn zonden. Want als ik een echte getuige van God en Zijn Christus was geweest, had het er dan ook zo uitgezien?

Ada Schouten-Verrips

Door Ada Schouten-Verrips

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl