Een psalm van David. Tot U, o HEERE! hef ik mijn ziel op. Mijn God! op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden; laat mijn vijanden niet van vreugde opspringen over mij. Ja, allen, die U verwachten, zullen niet beschaamd worden; zij zullen beschaamd worden, die trouwelooslijk handelen zonder oorzaak. HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik den gansen dag. Gedenk, HEERE! Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden, want die zijn van eeuwigheid. Gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen; gedenk mijner naar Uw goedertierenheid, om Uwer goedheid wil, o HEERE! De HEERE is goed en recht; daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in den weg. Hij zal de zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen Zijn weg leren. Alle paden des HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren. Om Uws Naams wil, HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot. Wie is de man, die den HEERE vreest? Hij zal hem onderwijzen in den weg, dien hij zal hebben te verkiezen. Zijn ziel zal vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beerven. Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren. Wend U tot mij, en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig. De benauwdheden mijns harten hebben zich wijd uitgestrekt; voer mij uit mijn noden. Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden. Aanzie mijn vijanden, want zij vermenigvuldigen, en zij haten mij met een wreveligen haat. Bewaar mijn ziel, en red mij; laat mij niet beschaamd worden, want ik betrouw op U. Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden, want ik verwacht U. O God! verlos Israel uit al zijn benauwdheden.
— Psalm 25
Voortdurend leeft een christen na ontvangen genade in strijd. Steeds weer dienen we onszelf de vraag te stellen: ‘Welk gezelschap zoek ik?’ Welke stemmen laat ik toe in mijn leven? Dit geldt voor intieme relaties, vrienden en media. Door wie laat ik mij meevoeren en welke klanken overstemmen de roepstem van Mijn Meester? ‘O Heere, vernieuw mij toch meer en meer door Uw Geest!’ Velen van Gods kinderen vielen in zonden doordat zij zich terloops lieten meevoeren door hun gevoelens. Om later te onderkennen dat zij bedrogen werden. Hierdoor liepen zij soms schrammen op die levenslang als litteken meegingen. Herkenbaar?
De rechtvaardige in Psalm 1 is niet wereldvreemd, maar hij houdt zich wel ver van verleidend gezelschap. Er is echter een andere stem die hij wel toelaat in zijn leven. Dat is de stem van Zijn Liefste. Zijn behagen is in de wet van de Heere, hij overdenkt die dag en nacht. Zoals het licht van de zon in onze ogen nodig is om de zon te kunnen zien, zo doet de Heere ons Hem kennen. ‘Ik ken Mijn schapen’, zegt Christus ‘En zij kennen mij’ (Joh. 10). Dit kennen van de Heere blijkt uit het zoeken van omgang met Hem. Het Woord is daarvoor het middel. Het gaat daarbij om innerlijke liefde tot het Woord en uiterlijke wandel naar het Woord. Het ene vloeit uit het andere voort. De vrucht daarvan is diepere kennis van God en een godvruchtiger leven voor Zijn aangezicht.
Hij die de Heere vreest, leeft voor Zijn aangezicht en beseft dat. In Psalm 1:6 lezen we dat de Heere de weg, de voortdurende wandel, van de rechtvaardigen ‘kent’. Hij reist met hen mee. Het gaat hier om meer dan ‘van iemand afweten’. De Heere volgt ons niet zoals je de locatie van een iPhone kunt volgen op de kaart via een iPad. Hij weet niet alleen waar we zijn, maar Hij gaat Zelf met ons mee. Hij draagt persoonlijk zorg voor Zijn kinderen. Het gaat hier om kennen in liefde. ‘De Heere begeleidt de levensgang van de rechtvaardigen met de blik Zijner liefde’ (Ridderbos). Hij is erbij. Wat een troost!
Door Ds. A.S. Middelkoop