En zij begonnen vrolijk te zijn.
— Lukas 15:24
Ja, zo eindigde dat verhaal met die verloren zoon, weet je wel?
En de Heere Jezus vertelde er niet bij, dat ze ooit nog gestopt zijn. Dat zegt nogal wat.
En dan te bedenken, dat dit nog niet eens over de hemel gaat, maar over hier en nu. Over dat moment, dat jij weer terug kwam/komt bij God de Vader.
Je kent deze gelijkenis van de Heere Jezus natuurlijk op je duimpje. Over die twee zonen. De jongste gebruikte het erfenisgeld van zijn vader niet om fatsoenlijk een nieuw bestaan op te bouwen, maar om maximaal van ‘de wereld’ te genieten. Nou, dat was lachen, lallen en lustbevredigen. Ja, vast wel, maar dat was echt niet wat je noemt ‘vrolijk zijn’. Daar kwam hij zelf later ook wel achter, maar toen had hij alles al vergooid.
Dat maakt het verhaal ook zo intens aangrijpend. Zeker als je bedenkt dat het een ‘gelijkenis’ is. Het lijkt op de echte werkelijkheid! Namelijk op de werkelijkheid van mensen die al het van God gekregen goed vergooid hebben. Heb jij die realiteit voor jezelf heel persoonlijk tegenover God ook al leren beseffen en belijden?
Maar gelukkig vertelde Jezus door. Over hoe die jongen met zijn vergooide leven in de open armen en aan het open hart van zijn vader mocht vallen. En hoe de onpeilbare liefde van vader zo groot was, dat het beste nog niet goed genoeg was voor het feest van de terugkeer van zijn verloren en dode zoon. En zij begonnen vrolijk te zijn.
Hier staat de kern van bekeerd worden. Dit is de opstanding van de nieuwe mens in je leven: een hartelijke vreugde in God door Christus (Heid.Cath. 33). Als je geen zin hebt, om daaraan/daarin te beginnen…
Verhoog, o HEER’, Uw Naam en kracht; zo zal ons vrolijk zingen door lucht en wolken dringen! (Ps.21:13, berijmd).
Door Jaco Cabaret