Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen.
— Hooglied 2:1
In 1 Koningen 10 kun je lezen dat de koningin van Scheba tot koning Salomo kwam om hem met raadsels te verzoeken. Zij had gehoord dat Salomo een heel wijze koning was en nu wilde zij weleens zien of Salomo inderdaad moeilijke raadsels kon oplossen. Nu weten wij niet welke raadsels zij voor Salomo had. Maar de Rabbijnen (Joodse geleerden) meenden dat de koningin het volgende raadsel had:
De koningin van Scheba had twee bossen bloemen meegenomen. Een echte bos en een bos kunstbloemen. Maar die kunstbloemen waren zo goed en mooi nagemaakt dat ze niet van de echte te onderscheiden waren. Nu vroeg ze aan Salomo of hij de echte bloemen kon aanwijzen. En wat deed Salomo volgens de Rabbijnen? Hij deed het raam open en zette beide bossen bloemen in het raam. Het duurde niet lang of de bijen en insecten kwamen en gingen naar de echte bos bloemen. Die bijen kwamen op de geur en op de nectar af. Zo wees Salomo de echte bos bloemen aan.
Wij hebben samen nagedacht over de Roos van Saron en de Lelie der dalen. De vraag is of jij door een waar geloof deel hebt aan deze Bruidegom. Waar en vals geloof liggen soms heel dicht bij elkaar. Kijk maar naar de wijze en dwaze maagden uit Mattheüs 25. Je kunt je maar één keer bedriegen en daarom is zelfonderzoek zo belangrijk. Het ware geloof gaat naar Jezus, zoekt één met Hem te zijn en uit Hem te leven. De dwaze maagden waren drukker met de bruiloft dan met de Bruidegom. Waar gaat jouw hart het meest naar uit? Naar de hemel of naar de Bruidegom Die in de hemel woont?
Door Ds. J. Lohuis