En heeft uit een bloede het ganse geslacht der mensen gemaakt, om op den gehelen aardbodem te wonen, bescheiden hebbende de tijden te voren geordineerd, en de bepalingen van hun woning;
— Handelingen 17:26
Nu komt er een moeilijk vers, vers 26. Bovenaan dit stukje lees je het vers in de Statenvertaling. Nu zal ik het eenvoudig verwoorden: God heeft uit één stamvader heel het menselijk geslacht gemaakt. Hij wil dat wij op deze aarde leven en heeft Zelf bepaald wanneer en waar wij zullen wonen.
Daar denk je misschien nooit aan, maar volgens Paulus (en heel de Bijbel) is het wel zo: God bepaalde dat jij er nú zou zijn. Niet je vader of je moeder – al ben je niet ontstaan zonder hun inbreng. Maar toch, niet onze ouders hebben voor ons bestaan gezorgd. God. Hij bepaalde op welke dag en in welke plaats je ter wereld zou komen – en Hij bepaalt ook op welke dag en in welke omstandigheid jij zult sterven. Alles, echt álles is in Zijn hand. Zo heeft God ook bepaald in welk dorp je zou komen te wonen.
Misschien vind je dit wat bizar en vraag je je af wat je ermee moet. Wat kun je nu met deze bewering van de apostel Paulus?
Wie deze God niet kent en dus niet vertrouwt of liefheeft, kan het als bedreigend ervaren, dat zo’n machtig Iemand alles van zijn of haar leven in handen houdt en uiteindelijk alles beslist. Maar als jij jouw Schepper leerde kennen, zoals de Bijbel Hem aan jou voorstelt, namelijk als volkomen wijs en volmaakt goed, trouw en machtig, dán kan het je diepe vrede geven, omdat heel jouw leven (je geboorteuur en je sterfuur, je geboorteplaats en je woonplaats, je verleden, je heden en heel je toekomst) onder Zijn hoede is.
Door Ds. W. Pieters