Opdat zij den Heere zouden zoeken, of zij Hem immers tasten en vinden mochten; hoewel Hij niet verre is van een iegelijk van ons. Want in Hem leven wij, en bewegen ons, en zijn wij; gelijk ook enigen van uw poeten gezegd hebben: Want wij zijn ook Zijn geslacht.
— Handelingen 17:27-28
Paulus vertelt ons het doel van de dingen die we gisteren lazen, over Gods bemoeienissen met ons heel persoonlijk, namelijk dat wij God zullen zoeken. Om Hem te vinden. Hoe dan? Onder andere door onze ogen en oren goed de kost te geven en aandacht te besteden aan Gods voetafdrukken in de schepping. Ja, de schepping biedt ons heel wat ‘sporen’ van haar Maker. Wie zijn ogen ervoor sluit en zijn oren ervoor dichtstopt, komt niet verder dan de oerknal. Maar wie, biddend om het onderwijs van Gods Geest, goed oplet, is het helemaal eens met de Vlaamse dichter Guido Gezelle:
Mij spreekt de blomme een tale,
mij is het kruid beleefd,
mij groet het altemale,
wat God geschapen heeft!
En: Wij schrijven, herschrijven en schrijven nog, den heiligen Name van God!
Dát is Gods doel. Stel jij je er niet voor open en loop jij met je ogen dicht door de natuur, lente, zomer, herfst, winter? Dan mis je heel veel…
Jij bent van hoge komaf; al staat Willem van Oranje niet in je stamboom en al stam je niet van Napoleon af. Je bent, zegt Paulus, van Gods geslacht! Je draagt Zijn beeld. Al is er nog maar weinig van over, het is toch waar. En die edele afkomst nodigt je uit om je ‘Stamvader’, je Schepper, te leren kennen. Alles wat Hij maar over Zichzelf bekend heeft gemaakt, te weten te komen. En om zó je aan Hem over te geven, je aan Zijn wijze leiding en goede zorg toe te vertrouwen, mét al je zonden (ja!), om Zijn kind voor eeuwig te zijn!
Door Ds. W. Pieters