en de HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het.
— 1 Samuël 16:1-13
De man die Samuël in plaats van Saul moet stellen is een man naar Gods hart. Een man uit een ander geslacht, een zoon van Isaï is de uitverkorene. De stam van Juda wordt door de Heere naar voren geplaatst. De Heere gaat verder op de heilsweg, die uiteindelijk naar Christus leidt. Isaï stelt even zonen aan Samuël voor. David, de jongste, was nog niet in tel. Hij moet maar bij de schapen blijven tijdens het offerfeest. En juist deze is het die Samuël tot koning moet zalven.
David de man naar Gods hart. Door de Heere is zijn hart toebereid en voorbereid om als koning Zijn knecht te zijn en te blijven. De Heere was zijn kracht en kon hij als herdersjongen de strijd aanbinden tegen leeuw en beer, om zijn kudde voor hen te beschermen. Met slinger en een steen bond hij de strijd aan tegen de reus Goliath, die de Heere, de God van Israël, hoonde. En dat kon David niet verdragen. In naam van de Heere en geloofsvertrouwen is David deze brute en brutale vijand van God en Zijn volk tegemoet gegaan. Deze man naar Gods hart, die zich met zijn hele leven inzet voor de eer en de heerlijkheid van de Heere.
Maar ook deze man naar Gods hart was een mens van vlees en bloed. Denk aan zijn zondige daad met Bathseba en de moord op Uria. Deze man naar Gods hart doet daarom uitzien naar David’s Grote Zoon, de Heere Jezus Christus. Zoals David de reus Goliath overwonnen heeft, zo zal Christus alle vijanden van God en van Zijn volk overweldigen en te gronde doen gaan. De Heere Jezus, de Goede Herder, die Zijn leven stelt voor Zijn schapen. Zijn bloed heeft gestort tot een volkomen verzoening van al hun zonden.
Afgelopen dagen hebben we nagedacht over de instelling van het koningschap in Israël. Saul heeft zich verhard en accepteerde niet dat David de gezalfde van de Heere was. We lezen dat Saul een vijand tot David was al zijn dagen (1Sam.18:29). Saul heeft niet willen luisteren en dat is uiteindelijk zijn ondergang geworden. Er is dan maar één weg, dat je voor de Zone Davids, Christus, capituleert. En Hij wil niets liever dan vrede met je maken. Wat een Koning! Eén Die het zaligst lot ver boven alle goden kan schenken. Hij is het waard door ons allen gediend te worden.
Door Kand. W.J. Korving